Typografie in de Eredivisie
Een gemiddelde bureaurelatie duurt 4 à 5 jaar. Dan wil de opdrachtgever nieuwe creatieve input of hij/zij schrijft een pitch uit voor een herpositionering. Of er komt een nieuwe roerganger, die alles anders wil en/of eigen contacten meebrengt. Voor Hevo mochten wij 23 jaar werken, Click ‘overleefde’ daar een nieuwe marcommanager en twee herpositioneringen, inclusief nieuwe huisstijlen. Voor de Nevobo haalden we de 10 jaar. Het zij zo - en in plaats van rancune dat je een klant kwijtraakt, is eerder dankbaarheid op z’n plaats dat ze zo lang klant zijn gebleven.
Zo’n lange en intensieve betrokkenheid kun je niet uitzetten - je blijft je ex-opdrachtgevers volgen. Je ziet de nieuwe uitingen en als aan de kant gezet bureau is het gevoel altijd dubbel. Je wilt dat het goed gaat met je oude liefde, dus is het fijn als er goede dingen gebeuren - ondanks dat je die liever zélf had gedaan. Maar als er dingen mislopen, dan is het ronduit frustrerend dat je geen invloed meer hebt. Tegen de tijd dat je de vernieuwingen openbaar worden, zijn de beslissingen al genomen en fouten niet meer terug te draaien. Je zou zo graag nog helpen om het bij te sturen, maar dat kan niet meer. Vanaf dat moment is elke confrontatie ronduit pijnlijk. Pijnlijk dat het nieuwe bureau niet de juiste vakmensen heeft ingezet om iets goeds af te leveren, pijnlijk dat de opdrachtgever niet bij machte was om het geleverde resultaat op waarde te schatten en kwaliteit te eisen.
Nu wil het toeval dat zowel Hevo als de Nevobo nieuwe logo’s hebben gekregen, die zijn gebaseerd op dezelfde principes. Bij Hevo was nog overkomelijk, daar zien we eens per maand ongeveer wat van langskomen. Maar de Nevobo komt meermaals daags voorbij, met alles wat we in het volleybal ondernemen. En dat is extra pijnlijk, elke keer weer. Kijkt u even mee. Een lesje typografie.
Het nieuwe Hevo-logo (1) is gebaseerd op een grid van vierkantjes. Niet zo gek, alle uitingen gebruiken dat grid. Wel gek is het om letters ook op dat grid vorm te geven, zonder goed te beoordelen of de lettervormen zelf en het geheel wel kloppen. Oordeelt u zelf: de H en de O zijn onnatuurlijk breed. De E is veel te zware vorm en de V lijkt boven de x-lijn te zweven. Bovendien is de spatiëring inconsequent. Kijkt u maar eens door uw oogharen. Ziet u het? Voelt u het?
Horizontale lijnen lijken dikker dan verticale. Dat wisten de oude Grieken al. En ronde en spitse vormen steken iets onder of boven de x-lijn uit, zodat zij optisch even groot lijken als rechte vormen. Als je deze principes op de lettervormen toepast, kom je al op een veel evenwichtiger versie uit (2), die bovendien iets minder ‘bouwbedrijf’ uitstraalt - Hevo Bouwmanagement was altijd meer een slimme ingenieurs- en consultancy-club dan een uitvoerder.
Wil je alsnog meer bouwbedrijf zijn, dan is de vettere versie (3) een optie. Waarbij de verhoudingen iets zijn veranderd. Rechts in de marge ziet u de x-hoogtes en tussenwit: 18-4-5. Op zo’n fijnmazig grid komt dat altijd wel ergens uit, maar het logo staat natuurlijk altijd in een context - waar in het geval van Hevo hetzelfde grid van vierkantjes wordt toegepast, maar dan in een veel grovere maatvoering. Met de verhoudingen 5-1-1 zal dat waarschijnlijk strakker in te passen zijn.
Dan de Nevobo. Ook dit nieuwe logo is op vierkantjes getekend (zie verderop: eredivisie). (1) is het eerdere logo, dat sinds 2009 werd gevoerd. De letters waren al elders ontworpen, maar Click heeft destijds wel de finetuning gedaan, de Nederlandse volleybal toegevoegd en alle werkbestanden gemaakt.
Het nieuwe logo (2) is in 2017 ingevoerd. Met de subtitel ‘Nederlandse Volleybalbond’ geef je je eigen naamsbekendheid wat weinig credits. Dat kun je waar nodig nog wel toelichten, maar zonde om dat standaard onder je naam te zetten. De KNVB heeft meer zelfvertrouwen. Of zoals de KNLTB een mooi voorbeeld geeft: NLVolleybal had ook volstaan.
De vervaging (3) is een weergave van ‘als je door je oogharen kijkt’. Dan zie je opeens waar de schoen wringt. Een ontwerp op zijn kop houden werkt ook vaak verhelderend. Net als bij HEVO wordt de e een zware vorm, omdat de horizontale lijnen even dik zijn gemaakt als de verticale. De n en de v lijken wat hoger te zweven en de spatiëring rondom de v is te ruim. In versie 4 is aangegeven wat er veranderd is en in versie 5 ziet u het eindresultaat. Zo op het oog is er niet zo heel erg veel verschil met 2. En als het alleen het Nevobo-logo betrof hadden we er wel vrede mee kunnen hebben.
Maar nu is hetzelfde principe toegepast op andere producten van de Nevobo. Op zichzelf een terechte keuze, die wij ook altijd hebben gepropageerd. Het is natuurlijk hartstikke goed dat zoveel mogelijk binnen het Nederlandse volleybal op elkaar lijkt. Het geheel wordt zo meer dan de som der delen. Alleen de uitvoering: tja. Het intekenen van de lettervormen en de onderlinge posities op het grid van vierkantjes lijken met de ogen dicht gedaan.
Hieronder het voorbeeld voor de Eredivisie. (1) en (3) tonen het eindresultaat, (2) laat de constructie per letter zien. De r heeft een rare lange slinger, de afstand tussen elke letter is één vakje, ongeacht of de lettervormen recht, schuin of rond zijn. In (4) en (5) zie je waar dat toe leidt: tot verklevingen van de combinaties di en isie en tot gaten bij de rare r en de brede v.
In versie (6) zijn de ergste problemen eruitgehaald: een kleinere r-vorm, een smallere v en aangepaste spatiëring. De verschillen tussen (6) en (3) zijn in (7) op elkaar gezet en in versie (8) is het eindresultaat met subtitel te zien. Daarbij aangetekend dat alle horizontalen iets dunner hadden gemogen. Zie de opmerkingen bij het Hevo- en Nevobo-logo.
En dan zijn we er nog niet. Intussen is een hele reeks logo’s gemaakt, waarbij er veel keuzes zijn gemaakt die niet getuigen van typografisch vakmanschap. Zie de serie hieronder. Die rare r hadden we al opgemerkt. Een y is geen v met een staartje. Waarom heeft de a opeens ook een puntje rechtsboven? De c hoeft niet zo breed te zijn. De dwarse streepjes aan de f en t kunnen best op de x-hoogte. Met de keuze voor de spitse v en y is de ronde w in dwf een vreemde optie (en bovendien: een afkorting van drie letters wil niet zeggen dat je van twee woorden drie moet maken). Hoe hoog moet een kapitaal J zijn? Overigens de énige in de hele stijl, verder is alles in onderkasten. In academie: het gapende gat tussen de brede c en de a, de omgekeerde w als m toegepast...
We hebben er de quick wins naast gezet. Quick & dirty uitgewerkt, maar de essentie is duidelijk. Zoek de verschillen!
Ziet u de verschillen en snapt u waarom het belangrijk is dat logo’s goed zijn? Heel fijn! Ziet u de verschillen wel, maar haalt u uw schouders op: ‘Wat een gezeur over dat soort details, het is toch goed leesbaar?’ Dan bent u hopelijk geen communicatiemanager, want hoe beoordeelt u de kwaliteit van de vormgeving die u inkoopt? En ten slotte: ziet u het zelf niet maar vindt u het wél belangrijk? Prima: geen nood, schakel een expert in. Of vraag een second opinion. Desnoods aan je oude bureau. Zij zullen heel graag helpen, al is het alleen al om de eigen frustraties te kunnen temperen, zolang als zij tegen de nieuwe stijl moeten aankijken.
De bal is rond
Nog een laatste dingetje. Misschien viel het u al op in de laatste serie logo’s. Concentreert u zich even op de volleybal. De klassieke bal bestaat uit zes vakken en die bestaan elk uit drie panelen. Als je die zonder voorbeeld zou tekenen, krijg je zoiets als de bal in het logo (1). Die is niet gebaseerd op een echte bal (2), daarvan zijn de vormen beduidend complexer. Maar als je goed kijkt, is het middelste paneel breder. De lijn tussen tweede en derde paneel zou met de bolling van de bal moeten weglopen en daarom convergerend in plaats van divergerend moeten zijn. In (6) is het een beetje aangepast.